TE KORT TONGRIEMPJE?

Wanneer een baby met moeite aan de borst drinkt of een kind lastig kan articuleren is er mogelijk sprake van een te korte tongriem. Echter, er komt meer kijken bij een beperkte tongfunctie dan alleen de tongriem.

Een te korte tongriem kan herkend worden doordat de aanhechting tussen de tong en de mondbodem tot dicht op de tongpunt vastgehecht zit en soms ook wat dikker oogt. Als gevolg hiervan heeft de tong mogelijk een beperkte mobiliteit. Zo kan de tong bijvoorbeeld slecht naar boven en/of naar voren bewegen en is bij het uitsteken van de tong een inkeping te zien bij de tongpunt.

 

Aantal mogelijke effecten van een te korte tongriem:

  • Klikken of slecht vacuümbehoud bij borstvoeding
  • Onrustig drinken
  • Reflux
  • Darmkrampjes
  • Tepelkloven bij moeder
  • Te weinig voeden en daarbij vertraagde groei
  • Op latere leeftijd spraakproblemen

 

WAAROM GEBRUIKT MIJN BABY ZIJN TONG NIET GOED?

Een te korte tongriem ontstaat al tijdens de groei als embryo, wanneer dit stuk weefsel niet geheel wordt afgebroken. Hiermee is de lengte van de tongriem bepaald. Echter, is deze lengte is relatief onbelangrijk. Van groter belang is de flexibiliteit van de tongriem, evenals de mobiliteit van de spieren rond de tong.

Aan de onderkant van de tong bevinden zich een aantal belangrijke spieren voor de tongfunctie. Sommige van deze spieren komen helemaal vanuit de nek omhoog, waar ze samen met een klein botje in de nek een nauwkeurige balans vormen. Hierdoor wordt een groot deel van de kaak en tong bewegingen aangestuurd.

Wanneer je je inbeeldt dat een nacht slapen op de bank al spanningen in de nekspieren kan veroorzaken, is het goed voor te stellen dat een baby na maanden opgevouwen in de baarmoeder te liggen spierspanning heeft aan de voorkant van de nek. Vervolgens heeft ook de bevalling nog verdere invloed op deze spieren.

Denk bijvoorbeeld aan een bevalling met een vacuümpomp, waarbij stevig aan het hoofd en daarmee de nekspieren wordt getrokken. Deze spanningen kunnen de tong beperken in zijn bewegelijkheid, onafhankelijk van de lengte van de tongriem.

 

EN EEN TE KORT LIPBANDJE?

In principe gelden voor het lipbandje dezelfde regels als voor de tongriem. Ook hier is niet de lengte, maar de flexibiliteit van het riempje en het weefsel rondom het belangrijkst. Dit lijntje weefsel tussen de bovenlip en het tandvlees is een normaal verschijnsel, maar kan in een beperkt aantal gevallen ervoor zorgen dat de bovenlip niet goed omhoog beweegt. Vaak trekt de lipband zich geleidelijk terug bij het ouder worden.

 

WAT KAN OSTEOPATHIE DOEN VOOR DE TONG VAN MIJN BABY OF KIND?

Gezien de belangrijke rol van de spieren onder de tong voor de tongmobiliteit, is er veel te behalen met het vrijmaken van deze spieren. Zelfs bij een gespannen tongriem kan hiermee de tong vaak beter bewegen. Als gevolg kunnen de effecten van een verkorte tongriem worden verminderd of zelfs volledig verdwijnen.

De osteopaat kan onderzoeken of er sprake is van spanning onder de tong door te analyseren hoe de tong beweegt en de relevante spieren te testen. Als er inderdaad tongrestricties te vinden zijn, kan de osteopaat de spieren op een pijnloze wijze de ruimte geven om weer beter te bewegen. Dit geldt voor zowel baby’s als kinderen, en zelfs voor volwassenen. Daarnaast kan de osteopaat ook advies meegeven aan ouders over hoe ze dit thuis zelf verder kunnen stimuleren.

Mochten wij vermoeden dat het nodig is om de tongriem en of lipband te laten scheiden (klieven) of verwijderen, dan verwijzen wij u door naar professionals die hier ruime ervaring in hebben. Meer informatie vindt u op de website van de Tongriem Kliniek in Groningen.

In onze praktijk is Isabelle Niemeijer gespecialiseerd in het behandelen van de tongriem en lipband bij baby’s. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ons of een afspraak maken via de website.

info@osteovdwalle.nl  | 085 – 016 06 97 | Aangesloten bij NRO en NVO | Privacy Statement